blog door Wim Dubois, schrijver van Verlangen naar Swier

In het kamertje waar mijn computer staat, hangt een schilderij. Een schilderij met een vredig kapelletje erop. Het is geschilderd door een inwoonster van Swier (een gehucht in Limburg, in de buurt van Hoensbroek). Wat bijna niemand weet is dat op diezelfde plek op 8 oktober 1944 een vier-loop-geschut werd geplaatst dat bemand werd met twee Amerikaanse soldaten. Ik stond vlak naast het geschut om de vastgetrapte en beschadigde suikerbieten uit de grond te trekken. Dat kostte veel moeite en was nodig doordat we gebrek aan voer hadden voor onze paarden en koeien die uit veiligheid op stal stonden.

Ik was nauwelijks begonnen met dit bijna onmogelijke karwei, of er vond een tegenaanval plaats door twee laag vliegende Duitse vliegtuigen.  Ze vlogen regelrecht en al schietend op het geschut af waar ik – gehuld in een Amerikaans legerjack – naast stond. Ik liet mij met gestrekte armen voorover op de grond vallen en deed alsof ik dodelijk getroffen was. Dit in de hoop dat er geen regen kogels door mijn rug zou gaan. Ook door het geschut waar ik naast had gestaan werd er gevuurd. Door die onbeschrijfelijke herrie was het paard met de kar op hol geslagen en had het zich vastgelopen in een van de vele geulen die vol water stonden. Bijna alle wegen waren onbegaanbaar geworden door de sporen van de zware tanks. Doordat ik met mijn neus in de bagger lag, had ik niet gezien dat een van de twee vliegtuigen een bom had afgeworpen. De bom ontplofte niet en ik ontdekte hem pas een dag later toen ik de mest uit de stallen moest rijden.  Wat er toen gebeurde doet me nog de rillingen door het lijf lopen.